donderdag 1 november 2018

Gewoon Tine


Over echte tragedies wordt niet gesproken. Daarover zwijg je. Wonden die te groot zijn om gedragen te worden, worden toegedekt om te vergeten. Om te overleven. Verdriet dat té groot is, kan geen uitweg vinden bij mensen die meemaakten, bij hen, die verder moeten leven met smart, diepe pijn en onuitspreekbaar leed.

Als generaties ademtocht voor ademtocht voortschrijden; als zij, die er bij waren en in diepe stilte rouwen steeds ouder worden, en als zonen en dochters, kleinzonen en kleindochters geen vragen stellen, dan kan het zó maar gebeuren dat mensen en gebeurtenissen verdwijnen in de mist van de tijd. Onherroepelijk. Nooit verhaald is nooit geweest, heeft nooit bestaan. Verlorenen zijn zij, voor altijd kwijt. Vervaagd in de mist van de onbekendheid.

Wíe kent Sentina nog? Wíe weet nog haar verhaal? Van alle honderdzevenenvijftig mensen die omkwamen bij de verwoesting van Westkapelle in 1944 was Sentina er één van. Sentina was een dochter, een zus, een echtgenote en moeder van vier. Ze was de oudste uit een groot arbeidersgezin. En, zoals gebruikelijk werd ze niet bij haar doopnaam genoemd, maar Tine. Gewoon Tine.

Tine werd geboren op 23 september 1900 en zij overleed op 3 oktober 1944. Kale feiten, die vertellen dat ze slechts vierenveertig jaar oud is geworden. We zien Tine op een officiële pasfoto. Een wat vermoeid ogende vrouw kijkt met een enigszins starre blik in de verte. Wie was zij? Wie was zij werkelijk? En waarom kennen wij haar verhaal niet?





Ja, we weten wanneer, en ook hóe ze stierf. Maar we weten niet wat voor vrouw en moeder ze was. Of ze zorgzaam was voor haar drie jongens en kleine meisje. Of ze gelukkig was in haar huwelijk met Simon; of ze driftig kon worden, of juist zachtaardig was. Praatte ze veel, of had ze misschien niet zo heel veel te vertellen…? Waar werd zij blij van? Wat raakte haar écht?

In de tijd dat de mensen die haar gekend hebben nog in leven waren hebben wij verzuimd vragen te stellen. Men sprak nooit over de dierbaren die verloren waren gegaan, toch hadden we tóen de kans. Maar.. niet gegrepen.

Sentine, haar Simon en hun vier kinderen Jan, Boord, Pieter en Johanna zijn op gruwelijke wijze aan hun eind gekomen. Samen met veertig dorpsgenoten verdronken ze in molen ‘De Roos’. Die verhalen zijn uiteindelijk opgetekend. En naverteld. Nee, niet direct nadat het gebeurd was. Toen was het leed veel te groot. Zij, die nog over waren probeerden te overleven in een verwoeste wereld, in shock om alles wat verloren en kapot was gegaan. Waarbij het verlies van spullen en bezittingen geheel in het niet viel bij het verlies van zo veel geliefden.

Pas héél veel later is men vragen gaan stellen. Heel voorzichtig. Naar de persoonlijke belevenissen van hen, die de verwoesting hadden overleefd. En zo’n zestig jaar later pas deelden enkele van hen, die altijd gezwegen hadden, hun herinneringen schoorvoetend met de mensen van nu, zodat ‘het’ niet vergeten zou worden.

Ze spraken over waarschuwingspamfletten die verspreid werden, waarop vermeld stond dat men moest vluchten omdat de dijk gebombardeerd zou worden door de geallieerden. Over de onzekerheid, de angst, de vraag waarheen men vluchten kon. Dat zevenenveertig mensen dachten veilig te zijn in de kelder van de molen, totdat die door een bom getroffen werd en instortte. Waarna vervolgens de dijk gebombardeerd werd en ze als ratten in de val zaten opgesloten, in die ingestorte, donkere koude molen.. Eén voor één verdronken ze door het binnenstromende water. Ontsnappen was niet mogelijk. Slechts drie mensen overleefden deze hel.

Tine, Simon en hun kinderen overleefden niet. Net als Tines zuster Maatje, die diezelfde dag omkwam tijdens de bombardementen op het dorp, samen met haar kindje van nog geen jaar.

Tines familie is deze verliezen nooit te boven gekomen. Ze rouwden de rest van hun leven, in stilte.
Tines aanwezigheid verdween als een geest naar de achtergrond, maakte geen deel meer uit van de familieverhalen. Alleen de naam ‘Sentina’ bleef binnen haar familie voortbestaan; een stille getuige van een vrouw die vervaagde in de mist van de tijd.

Als eerbetoon aan de vrouwen die omkwamen tijdens de bevrijding van Walcheren zijn drie blokken naar hen genoemd: Sentine, Tine en Martina.

Blok Sentina

Blok Tine

Blok Martina



Op 1 november herdenken wij de bevrijding van Walcheren in 1944 
en de vele, vele militaire- en burgerlevens die onze vrijheid toen heeft gekost.

Geen opmerkingen: