Posts tonen met het label onderzoek. Alle posts tonen
Posts tonen met het label onderzoek. Alle posts tonen

dinsdag 29 maart 2022

Pronte Wuuven: Broodplank en hoe Zeeuws is iets eigenlijk?

Foto: privécollectie

Eén van onze vaders heeft de volgende herinnering: tijdens een schoolvakantie mocht hij bij een vriendje gaan spelen op de boerderij. Aan het einde van de ochtend was het tijd om te gaan eten. Op sommige boerderijen namen de landarbeiders een stuutezak mee. In die stuutezak zat een stuutemaele, de boterham voor 'tussen de middag'.

Zo niet bij dit vriendje. De moeder des huizes had een stem als een klok en als haar stem niet hard genoeg was luidde moeders een bel die bij de achterdeur hing. Dat was het sein dat het eten op tafel stond en dat iedereen geacht werd om op zeer korte termijn aan diezelfde tafel te verschijnen.
Als iedereen er was werd het brood gesneden. Moeders vroeg aan onze pa hoeveel boterhammen hij zou lusten. Dat waren er wel twee of drie, zo was het antwoord.
Moeders ging aan het snijden. Tot zijn grote schrik werd het brood niet langs de korte kant - van boven naar beneden - verdeeld, maar werd het tegen de borst overlangs van voor naar achter in enorme boterhammen gesneden...

Deze moeder gebruikte geen broodplank, maar haar borst om het brood op te laten steunen. In het midden van de 20e eeuw was het heel gewoon dat een keuken een uittrekbare broodplank had. De plank had de breedte van een kastje en zat net onder het aanrecht. Aan een knop trok je de plank naar buiten.  Als er een broodmaaltijd op tafel moest komen werd die uitgeschoven, de boterhammen gesneden en de plank verdween na gebruik weer onder het aanrecht.

Uittrekbare broodplank
Foto: herkomst onbekend

Dat soort uitschuifbare broodplanken zijn nog steeds heel gewoon in verschillende landen, wij vonden ze in de keukens van Scandinavische landen. In Nederland zijn ze volgens ons verdwenen, nu veel mensen het brood gesneden kopen bij de bakker.

Wat hebben een broodplank en het GeriefGoed eigenlijk met elkaar te maken? Als gebruiksvoorwerp niet zo veel (alhoewel het het ook al over de flessenlikker en de kaasschaaf hebben gehad). Maar dat de uittrekbare broodplank geen typisch Nederlands verschijnsel is (net zo min als die kaasschaaf) toont aan dat dingen die we als 'streekgebonden' beschouwen dat helemaal niet hoeven te zijn. Kijk maar naar de haakmutsen, we trekken de conclusie al in deze blogpost, maar het geldt ook  voor de kapertjes.
Die kapertjes is voor ons nog steeds een betrekkelijk onbekend fenomeen. We vinden ze in Zeeland niet veel, maar ze werden blijkbaar wel gedragen. Maar was dat dan als streekdracht-kledingstuk of als 'algemene mode'? We hopen er over niet al te lange tijd meer over te kunnen melden. En: als er iemand is die ons verder kan helpen dan houden we ons aanbevolen! 

Dat vrouwen hun ideeën voor avonddoekjes, haakmutsen en labedissen niet alleen in de kerk opdeden (zittend achter de buurvrouw die zo goed kon haken) kunnen jullie zien in deze uitzending van Omroep Zeeland van vrijdag 25 maart. De komende tijd is er elke week een nieuwe aflevering te zien. 



Zin gekregen om ook iets te breien of te haken? Patronen van avonddoekjes, maar ook van de moderne varianten vinden jullie in de webshop. En als je het garen aanschaft in de winkel van Jeanet (in Arnemuiden of online) dan krijg je van haar het patroon er gratis bij!!

vrijdag 4 februari 2022

Gelijkgestemde mutsen!

Tatarataaa… Dit is um nou, het originele blad Boerderij waar we zo ontzettend lang naar gezocht hebben! Dankzij Connie Grevers, die het blad jarenlang op haar zolder had liggen, weten wij nu eindelijk hoe dat zat met de patronen van gehaakte mutsjes in dit boerenblad. En nadat Connie ons hierover een bericht had gestuurd, konden we natuurlijk maar één ding doen: bij haar op bezoek gaan!

Het is even een reis vanuit Zeeland, helemaal naar Winterswijk. We kiezen er een dag voor uit dat ook zus Anke van de partij kan zijn. Connie, Anke en hun moeder Henny zijn al jarenlang bezig met het vastleggen van Gelderse werkmutsjes. Hun passie is net zo groot, en misschien nog wel groter, dan die van ons. Dus niks leukers dan eindelijk een bezoek aan gelijkgestemde zielen.. uh.. mutsen 😉

donderdag 30 december 2021

Pronte Wuuven, ofwel het verhaal van het ‘gebreide hemdrok’

Wie ons al een tijdje volgt, weet dat we ons al een paar jaar met veel enthousiasme op gebreide en gehaakte kledingstukken storten. Deze zoektochten hebben al veel opgeleverd, maar zo af en toe doen we ontdekkingen waar we héél erg blij van worden. Sommige van die momenten staan nog precies in ons geheugen gegrift. Bijvoorbeeld het moment dat we erachter kwamen waarom er gebreide jakken uit de Walcherse dracht bestonden. Het was tijdens de presentatie in het oude stadhuis van Arnemuiden dat Jo haar hand opstak en zei: “Ik weet waarom dat is!” Kijk, dat zijn de gouden momenten!

Op 1e kerstdag 2021 zond Omroep Zeeland de documentaire Pronte Wuuven uit. Hierin leggen programmamaaksters Margot Schotel en Rebecca van Wittene de verhalen vast van vier Arnemuidse boerinnen. Deze vrouwen worden met de camera gevolgd in hun dagelijkse bestaan en dit levert prachtige en ontroerende beelden op. Wijzelf kijken vooral ook naar de kleding van Jaan, Ma Leu, Janna en Pie, zoals de netjes ofwel avonddoekjes die ze dragen. Het bloed kruipt, nietwaar!

dinsdag 9 november 2021

Ere wie ere toekomt.. en het einde van de zoektocht!

Hoogblokland, een bescheiden gehucht net boven de rook van Gorinchem. Om eerlijk te zijn hadden wij er nog nooit van gehoord. In onze zoektocht naar de herkomst van het patroon van de gehaakte muts uit Zeeuws-Vlaanderen komen we - via een uitstapje naar Gelderland - toch écht hier, in dat Zuid-Hollandse Hoogblokland uit. Want het verhaal neemt - zoals vaker - weer een onverwachte, maar ook bijzondere wending.

Tussen alle patronen en tijdschriften die door Henny Abbink en Connie en Anke Grevers bewaard zijn, zien we in één van de katernen van het blad Boerderij een klein berichtje staan:

“Blijkbaar zitten er nogal briljante haaksters onder onze lezers want de klederdrachtmutsen van mevrouw Boom-Bor vliegen de deur uit (terwijl ze toch beslist niet makkelijk zijn).”

Yesss! Bingo! Door deze ene zin wordt in één klap duidelijk wie de maakster is van alle patronen die in de ‘Katern voor de vrouw’ werden uitgegeven. Onze vasthoudendheid brengt ons uiteindelijk precies dát, waar we zo op hoopten: de naam van de maakster van de patronen!

Maar wie was deze mevrouw Boom-Bor (Petertje Gerritje Boom-Bor), afkomstig uit Hoogblokland? Helaas is er niet zo heel veel over haar bekend. We vinden wat oude krantenartikelen, vergeeld door de tijd, met foto’s van mevrouw Boom-Bor voor een enorme achterwand vól witte mutsen.

dinsdag 2 november 2021

'Uitstapje' naar Gelderland

We maken weer eens een ‘uitstapje’, en wel naar het mooie Gelderland. Want.. soms moet je ver reizen om Zeeuws erfgoed te ontdekken! Precies een jaar geleden bestelden wij het boekje ‘Gelderse Gebreide Mutsen’ van Anke Grevers, haar zus Connie en hun moeder Henny Abbink. Deze drie vrouwen deden jarenlang onderzoek naar gebreide Gelderse mutsjes en schreven daar een praktische werkboekje over met twintig patronen. Net zoals hier in Zeeland was er ook in Gelderland nooit eerder iets over deze mutsjes op papier gezet.

foto geldersemutsen.nl

In het gezin van moeder Henny en haar dochters Anke en Connie speelden de Gelderse streekdracht en handwerken een belangrijke rol. Dit resulteerde bij alle drie in een passie voor onder andere het maken van gebreide Gelderse mutsen. Henny maakte ooit eens een kladje, waarmee zij probeerde het patroontje van zo’n Gelders mutsje door te geven aan haar dochters.

dinsdag 26 oktober 2021

Zoektermen

De zomervakantie is voorbij en we nemen het onderzoek naar het patroon van het gehaakte werkmutsje uit Zeeuws-Vlaanderen weer op. Claudia, de dame van het archief van uitgeverij Misset weet ons gelukkig meer te vertellen over de patronen die indertijd in het blad Boerderij hebben gestaan.

In de jaren tachtig van de vorige eeuw zat met regelmaat een speciale ‘katern voor de vrouw’ bij het weekblad voor boeren. Beter gezegd dus een katern voor de boerin. In deze katern was een serie patronen opgenomen van gehaakte mutsjes uit geheel Nederland. Voor boerinnen in die tijd - volgens de uitgever - een interessant onderwerp. Kijk, nu weten we meer, dát raadsel is in ieder geval opgelost!

Helaas vindt Claudia geen (digitale) exemplaren van deze katernen meer terug. Met de pensionering van de dames van het archief zijn indertijd blijkbaar ook de tijdschriften en katernen uit die periode in de prullenbak verdwenen. Zij vindt wel een ander haakpatroon (uit één van de overige katernen) dat ze ons mailt: een patroon van een mutsje uit Overijssel. Ook daar zijn we blij mee. We zijn er al langer van overtuigd dat de Zeeuwse haakmutsen helemaal niet zo Zeeuws zijn als we dachten, en dit patroon bewijst inderdaad dat er ook in de rest van ons land dergelijke mutsen werden gehaakt en gedragen.

Maar, hoe nu verder.. er moet toch érgens iets zijn opgeslagen? We kunnen nog twee opties bedenken. De eerste is snel gedaan: een oproepje in de rubriek ‘Lezers helpen lezers’ van de regionale krant.

dinsdag 19 oktober 2021

Cadzandse werkmutsjes

Soms heb je een vooruitziende blik. Zo maakten wij járen geleden deze foto’s tijdens de opening van Museum ‘de Karrekasse’ in Nieuwvliet, West Zeeuws-Vlaanderen. Schattige meisjes met schattige jurkjes en dito mutsjes spelen Oudhollandse spelletjes ter verhoging van de feestelijkheden. De witte, gehaakte mutsjes vielen ons toen meteen al op, terwijl het in de vérste verte nog niet in ons hoofd was opgekomen om ‘iets’ met brei- en haakwerk uit de Zeeuwse streekdrachten te gaan doen. Het bloed kruipt, nietwaar..



vrijdag 2 april 2021

Naar Goeree!

Jaren geleden maakte Cootje Goekoop een haakpatroon van een Goereese haakmuts voor de Portdagen in Goedereede, Zuid-Holland. Tijdens dit jaarlijks terugkerende dorpsfeest is het de gewoonte dat inwoners oude, historische kleding dragen. Het leek Cootje leuk als alle vrouwen en meisjes uit het dorp de witte, gehaakte mutsjes zouden dragen, die traditioneel bij de Goereese streekdracht hoorden. Onlangs maakten wij een (digitaal) uitstapje naar Goedereede, in de hoop het patroon van Cootje te achterhalen. Dit patroon zou ons zomaar verder kunnen helpen met het maken van een patroon van een Zeeuwse aekmuste.

Cootje, zelf jarenlang lerares geweest, ging voor het maken van haar patroontje naar het streekmuseum in Middelharnis, waar ze een enorme stapel haakmutsen bestudeerde. Uit al deze mutsen stelde ze een eenvoudig basispatroon samen. Het patroon moest vooral niet te moeilijk zijn; het moest voor zoveel mogelijk vrouwen toegankelijk zijn. Nadat het patroon klaar was deelde ze het uit onder de meisjes en vrouwen in het dorp, met de uitnodiging om ieder een eigen mutsje te haken. Uiteraard kon men bij haar aankloppen voor hulp bij het haken.

Cootje Goekoop - foto’s Stichting Goereese Portdagen

woensdag 24 maart 2021

Kapertje aan de kust

Deze week hadden we bestuursvergadering, online zoals zoveel vergaderingen tegenwoordig (moeten) plaatsvinden. Het grote voordeel is dat we geen reistijd en -kilometers hebben, we wonen ruim 60 km van elkaar. Het hele grote nadeel is dat we elkaar inmiddels al een jaar niet meer fysiek hebben gesproken.

We kunnen er lang en kort over praten, het is zoals het is...precies zoals Jeanet ook aangeeft op haar blog.
Helaas hebben we moeten besluiten om heel dit kalenderjaar niet deel te nemen aan activiteiten, beurzen, handwerkdagen en ook geen lezingen en presentaties te geven. We hopen met heel ons hart dat 2022 een ander jaar mag worden.

Toch is het niet alleen kommer en kwel. Met de beperkte beschikbare middelen die er nu zijn proberen we ons onderzoek zo veel als mogelijk voort te zetten en de resultaten daarvan met jullie te delen.

Eén van de zaken waar we ons in aan het zijn verdiepen is het fenomeen 'kapertje'. We bedoelen hier niet 

ka·per (meervoud: kapers)1(m,viem. die een vervoermiddel kaapt2(m(historisch) schip van zeeroverser zijn kapers op de kust er zijn meer gegadigden

(Van Dale gratis woordenboek)

Bijna verdwenen in de mist van de tijd was de kaper ook iets heel anders, namelijk een kledingstuk.
Hoe komen we daar nu weer bij zullen jullie je afvragen. Het ging als volgt:
In digitale zoektochten vinden we in het archief van het Nederlands Openluchtmuseum al enige tijd geleden deze muts, gedragen door een meisje op Zuid-Beveland:

Collectie: Nederlands Openluchtmuseum

vrijdag 12 maart 2021

Check, check.. dubbelcheck!

Soms kun je er zó ontzettend naast zitten tijdens een onderzoek! Het zijn vaak de mooiste, dát dan weer wel. In ieder geval de meest tijdrovende. Want het lijkt zo simpel: men neme een oude boerderij, wat oud breiwerk, de namen van de laatste bewoners en dan lijkt alles appeltje eitje. Had je gedacht!

De sprei die we onverwachts vinden in Hoeve van der Meulen (een oude, opgeknapte boerderij van Stichting Zeeuws Landschap in ’s Heer Abtskerke, die jarenlang vervallen is geweest en leeg heeft gestaan) is er eentje die ons meteen aanspreekt. Geen ingewikkelde toestanden, maar een eenvoudig gebreide deken met een leuk puntrandje aan de zijkanten.

vrijdag 5 februari 2021

Digitale keukentafels

'Digitale' keukentafels, we zijn er al een poos mee in de weer, onder andere bij ons onderzoek naar de Zeeuwse haakmutsen. Haakmutsen blijven voor ons een wat ondoorgrondelijk onderdeel van de Zeeuwse streekdrachten, dat komt voornamelijk omdat we er niet mee zijn opgegroeid. Vraag ons iets over lagetten en streeksels, over boven-, onder- of bultmutsen, en dan gaan we los.. maar haakmutsen kwamen ‘bij ons’ niet voor. Bovendien zijn we er inmiddels ook achter dat er nooit eerder iets is vastgelegd over deze gehaakte en gebreide mutsjes; er zijn dus geen bronnen waaruit we kunnen putten.

Het feit dat we alle denkbare wegen moeten bewandelen om iets meer over haakmutsjes te weten te komen - laat staan om er iets zinnigs over te kunnen zeggen - maakt dit onderzoek ook weer uitermate interessant, leerzaam en boeiend!

Neeltje Keur uit Scherpenisse, foto’s geplaatst met toestemming Openluchtmuseum Arnhem

Het begon indertijd allemaal met foto’s van de haakmuts van Neeltje Keur. Het breimotief hiervan gebruikten we in Het Beddengoed van Tante Zoet, en ook ontwierp Anja er het babydekentje ‘Vo ’t Guusje van Neeltje’ mee. We bezochten Ria Moerland, die Neeltje en haar zusters nog gekend heeft, thuis in Scherpenisse (toen dat nog gewoon kon) en we hoorden leuke verhalen over Neeltje. Maar.. hoe het nou precies zat met die haakmutsen? Dat moesten

zondag 1 november 2020

Namen en vernoemen - deel 2

Het lijkt misschien wat onlogisch, maar een niet geheel onbelangrijk onderdeel van ons onderzoek naar brei- en haakwerk is stamboomonderzoek. Waarom, vraag je je af? Wel, tijdens ons onderzoek komen wij regelmatig vrouwen – en soms een enkele man - tegen van wie wij (een deel van) het levensverhaal willen vastleggen. Dikwijls zijn deze mensen ‘uit de tijd’, en moeten we het hebben van verhalen van familie, of ‘van horen zeggen’. Het uitpluizen van hun stamboom geeft ons vaak veel informatie over hoe we deze mensen kunnen plaatsen binnen hun gezin, familie, dorp of gemeenschap. Met recht uitpluizen, want doorgaans is het een intensieve, maar leuke klus.

Het is ons opgevallen dat we tijdens zo’n stamboomonderzoek heel af en toe een voornaam tegen komen die we niet goed kunnen plaatsen. Zo zien we een aantal keer, vooral bij mannennamen, een heel aparte voornaam die we nergens terug te vinden aan ofwel vader, ofwel moeders kant van de familie. En met de kennis die we hebben over 'vernoemen' blijft dat dan soms zeuren als een zwerende vinger: waar komt die aparte voornaam toch vandaan?

Ook in een van onze eigen (aangetrouwde) stambomen komen we zo’n tweede naam tegen. Zo ontdekken we een paar generaties terug een voorvader met de naam Andries Hillebrand Scharloo. De tweede voornaam Hillebrand is verder nérgens terug te vinden, komt in geen enkele familielijn eerder voor: niet als voornaam, maar ook niet als achternaam. Waarom heet die man ineens met zijn tweede voornaam Hillebrand?

En wat te denken van Anthonie Hoechard van der Slikke uit Stavenisse. Hij is de kleinzoon van Anthoni Hochart Bierens. Ook hier kunnen we in eerste instantie niet vinden waarom deze twee mannen de aparte voornaam Hoechard, of Hochart hebben. En jawel, degenen die Het Beddengoed gebreid hebben herkennen deze naam waarschijnlijk van blok C1. Dat klopt helemaal, want het breimotief van dit blok is afkomstig van de slaapmuts van deze Anthonie Hoechard van der Slikke, en is dus naar hem vernoemd!

De vraag over die aparte voornamen blijft lang sluimeren. Totdat we een stukjes tekst tegenkomen in de boeken ‘Dorp aan de zeedijk’, en ‘Tussen dijk en toren’ van K Faasse. Faasse schreef deze boeken in de jaren tachtig van de vorige eeuw, waarin hij terugkijkt op het dorp Westkapelle van omstreeks 1880 tot na het einde van WOII. Hij beschrijft de herkomst van de afwijkende voornamen van drie dorpsgenoten.

Faasse: “Het was vroeger de gewoonte dat de eerste baby die onder een nieuwe dominee geboren werd, als extra voornaam de achternaam van de dominee meekreeg. Zo waren er in Westkapelle o.a. een Jacob Binnenweg Huibregtse, een Willem Anthonie Macpherson Hendrikse en een Koert Willem Huibregtse. Die laatste had zijn voornaam te danken aan de voornaam van dominee Koert Loggers.”

                      Dominee Willem Anthonie Macpherson      Dominee Koert Loggers  

Zou het zo maar kunnen dat dit gebruik ook elders in Zeeland, of Nederland, werd toegepast? We zijn hier erg benieuwd naar. Het zou een goede verklaring kunnen zijn voor die afwijkende voornamen.

In het geval van Anthoni Hoechard van der Slikke blijkt er tóch een andere verklaring te zijn. 

Na enig speurwerk komen we er achter dat de over-overgrootvader van Anthoni Hoechard trouwde met een Franse bruid, namelijk Rebecca Hochart, dochter van Antoine Hochart en Anne Marie de Boucherie. Rebecca werd op 21 maart 1712 geboren te Quesnoy-sur-Deûle. Zij trouwde in Steenbergen ene met Rochus Bierens. Zo blijkt dat het in dit geval de achternaam van Rebecca is, die de oorsprong vormt van de opvallende voornaam. En dat is óók iets wat vaker voorkwam in de geschiedenis.

donderdag 18 juni 2020

Het vervolg naar de zoektocht van labedissen Mijntje

De afgelopen tijd vervolgden we onze zoektocht naar de herkomst van labedissen ‘Mijntje’: de labedissen waar Anja een modern patroon van maakte, en die zo prominent in het blad Landleven kwamen te staan.

Tot onze blijdschap blijkt er in het ZM tóch meer informatie opgeslagen te zijn over dit specifieke paar dan we in eeste instantie te horen krijgen. We ontvangen de volgende gegevens: de labedissen zijn aan het ZM geschonken door M. Trimpe Burger uit Kloetinge. Of de labedissen ook door de schenker zelf gedragen zijn is niet duidelijk. We houden het er voorlopig maar op dat ze ‘uit de familie’ kwamen. Verder wordt nog vermeld dat de labedissen zijn gedragen bij de protestantse dracht en dat ze stammen uit de periode 1875-1900.

Prentenbriefkaart ca 1900 door M. de Waard, Beeldbank Zeeland, recordnr 9462

De familienaam Trimpe Burger is geen veel voorkomende Zeeuwse naam, dus nemen we contact op met Henk Trimpe Burger, een kennis van ons, van wie we weten dat zijn familie ook uit Kloetinge afkomstig is. Ondertussen pluizen we alvast de stamboom van deze familie uit. Gaan jullie met ons mee terug in de tijd?

dinsdag 14 april 2020

Labedissen Mijntje


Afgelopen oktober verscheen er in het blad Landleven een uitgebreid artikel over Zeeuwse labedissen. De labedissen - en wijzelf - stonden in het middelpunt van de belangstelling - en dat wel vijf pagina’s lang! Onze trots was groot, en het aantal positieve reacties op het artikel overweldigend.

© Landleven

De originele labedissen met dit motief liggen zorgvuldig opgeslagen in het depot van het Zeeuws Museum. Ze zijn - zoals de meeste labedissen - erg lang en reiken tot ver over de bovenarmen. Dit had natuurlijk een praktische reden: ze waren bedoeld om de blote armen van de vrouwen helemaal te bedekken en beschermen. Omdat we denken dat deze lengte niet zo goed draagbaar is bij het huidige modebeeld ontwikkelt Anja, speciaal voor dit artikel, een kortere variant die tot aan de elleboog reikt. Een versmalling bij het polsdeel zorgt voor een betere pasvorm.



dinsdag 28 januari 2020

Het jak van Jo

Vanmorgen vroeg (zeg maar dat ik kwart voor zes vroeg vind) schoot ik ineens recht overeind in bed. Wáár was het gebreide jak van Jo gebleven? Het had al die tijd netjes aan de deurkruk van m'n werkkamer gehangen, op de vaste plek waar ik altijd tasjes hang die terug moeten naar de rechtmatige eigenaar..

Ik kreeg meteen allerlei vreselijke visioenen! Zou ik dat tasje per ongeluk bij de tasjes hebben gedaan voor de tweedehands winkel? Want ik wist het zeker: het hing niet meer aan die deurkruk! Ik schoot in lichtelijke paniek m'n bed uit, het zweet brak me uit! Jee.. wat een schrik.. Ik zag mezelf al vol schuld bij Jo aan de deur staan: "Sorry Jo, ik ben per ongeluk het jak van je moeder kwijt geraakt!! Echt, het spijt me zo vreselijk, ik denk dat het per ongeluk bij de tasjes voor de kringloop terecht is gekomen!"

vrijdag 15 november 2019

Trucfoto's

Hebben jullie jezelf wel eens afgevraagd hoe oud het 'trucen' van foto's is?
Wij kunnen ons herinneren dat bepaalde regimes leden van politieke partijen en regeringen die uit genade vielen uit foto's wegpoetsten. Dat was toch al zeker 30 jaar geleden zo.
Het werkwoord 'photoshoppen' bestaat ook al enige tijd. En toch is het 'trucen' van foto's veel ouder dan wij tot nu toe hebben gedacht.

Waarom is dit nu zo'n prangende vraag voor ons? Laten we bij het begin beginnen.

Begin dit jaar krijgen we van Dien Berrevoets een collectie kaarten met een omslag. De collectie kennen we goed, ze is gemaakt naar aanleiding van een bezoek van de jonge Koningin Wilhelmina aan Zeeland. We hebben er eerder al een afbeelding van gebruikt, die van Lena Bliek. Deze afbeelding is in ons bezit als 'losse' prent.



Het eerste wat ons opvalt is dat juist díe foto er niet bij zit. We vragen dan ook na of het een complete set betreft. Die vraag wordt bevestigend beantwoord en ook het aantal namen genoemd op de omslag klopt met het aantal afbeeldingen die erbij zitten.

dinsdag 15 oktober 2019

Filosoferen

Hebben jullie dat ook wel eens? Dat je jezelf afvraagt wáár een woord vandaan komt? En dat je daar eens je gedachten over laat gaan?

Wij hebben dat - nog al eens - bijvoorbeeld als we met ons hoofd in de wind en onze voeten over de Zeeuwse klei of het Zeeuwse zand lopen. Deze keer ging het filosoferen over het woord 'rêêste'.

een rêêste Zeeuwse knopen als sluiting

Voor Zeeuwen die nog - een beetje - dialect spreken zal de betekenis van het woord duidelijk zijn en misschien komt het woord ook wel voor in andere Nederlandse dialecten. Een 'rêêste' is een rij of snoer. Met een rêêste knoppen sloot men hemd en jas, een rêêste bloedkraelen is een rij of snoer van bloedkoralen kralen.
De dubbele rij knoopsgaten op de foto hierboven heeft een reden, de rêêste was namelijk niet vastgenaaid aan de rok (hemd, jas), zoals we tegenwoordig doen. De knopen werden door beide knoopsgaten gehaald en daarna werd aan de binnenkant een draad door de oogjes geregen. Je kunt de knopen ook op een bandje zetten en de rêêste knopen die dan ontstaat door beide knoopsgaten halen.

Hemdrok van Walcheren, de knopen zijn met stof overtrokken
Collectie Nederlands Openluchtmuseum

Het werkwoord 'rêêzen' gaat over het rissen, afrissen of afritsen van bijvoorbeeld bessen. Wij doen het 'in het seizoen' nog regelmatig... rode bessen rissen en dan eten met zelfgemaakt vanillevla...
En die bessen hangen ook weer in een rij of snoer.


Daarna ging het verder - zowel de wandeling als het filosoferen - het was fris, zonnig en helder weer met wind uit het noorden en van die bloemkoolwolken waar je allerlei moois in ziet. We lopen dus ook nog even te filosoferen, want:
De woorden 'rêêste', 'rêêzen' en 'rits' lijken best veel op elkaar.
Zou dat 'nieuwe' woord rits van zo'n oud woord als 'rêêste' vandaan gekomen zijn?

We gingen op zoek; een etymologisch woordenboek kan op zo'n vraag vast een antwoord geven.
Via de etymologiebank zoeken we het op. Daar vinden we dat het woord rits waarschijnlijk van het geluid ritssss komt, als de sluiting wordt dicht gemaakt. Alleen het Zuid-Afrikaans geeft een andere mogelijkheid - bij het woord 'ritssluiter':

Apparaatjie bestaande uit twee rye hakies wat in mekaar gevoeg word deur 'n bewegende knip wat daaroor getrek word ten einde iets toe te maak...

Een reeste hakjes dus...

We hebben er nog eentje - we zullen het er maar op houden dat we graag en ver in de wind lopen.

'Kneukel'; Dit woord vinden we wel op de etymologiebank, het blijkt al in 1300 in het Nederlands voor te komen. Geen dialectwoord dus, maar oud-Nederland voor een wervel of gewricht. Tegenwoordig wordt in het Nederlands het woord 'knokkel' meer gebruikt en ook deze vorm komt in de 12e eeuw al voor in het Nederlands.

Maar dan: het woord 'kneu'. Daar lopen de etymologiebank en het Zeeuws woordenboek mijlenver uit elkaar. Volgens de etymologie is het een vinkje... (de vogel, niet het leesteken).
Volgens het Zeeuws woordenboek hebben kneuten (of kneutjes) iets te maken met die kneukels. Dat klinkt best logisch toch?

En wat ze dan met elkaar te maken hebben? Dat is de cliffhanger tot de volgende blogpost.

maandag 19 augustus 2019

Zomer Update!


Éven een teken van leven van Jeanet, Anja en Stefanie! Want, al hadden we een zomerbreak aangekondigd, er gebeurt weer een hoop tijdens de zomermaanden in het Zeeuwse.. Tijd voor een update!

De afgelopen tijd kregen we een aantal zeer interessante, mooie, lelijke en opvallende stukken uit de streekdrachten in onze handen. Sommigen alleen om uit te pluizen en vast te leggen, zoals een aantal avonddoekjes die bij Jeanet in de winkel werden afgeleverd. (Waarvoor dank!! Na het vastleggen kunnen ze weer door hun eigenaren worden opgehaald.)

Andere stukken konden we aanschaffen en zo toevoegen aan onze eigen, bescheiden collectie.
Van Jankees Goud kregen we een prachtige donatie: een grote tas vól haak- en breiwerk! Geweldig natuurlijk, met dank aan JanKees!


Bij Het Polderhuis in Westkapelle scoorden we een aantal heel leuke stukken haak- en breiwerk, zoals originele en replica labedissen, interessante avonddoekjes, en bijvoorbeeld een paar originele oude kousen die nog van een échte dijkwerker zijn geweest. Nou is een paar kousen op zich niet echt bijzonder, maar het feit dat we het levensverhaal van deze betreffende werkman kunnen vastleggen maakt ‘gewone’ kousen extra waardevol.


Verder vond er een interview plaats voor het blad Landleven. Weten jullie nog dat we in het voorjaar zo’n leuke fotoshoot hadden? Het interview dat hierbij komt heeft inmiddels ook plaats gevonden, dus nu is alleen nog afwachten hoe het eindresultaat zal zijn. We zijn héél benieuwd!!

Als laatste is er een nieuwtje onder de zon.. We zijn gevraagd om mee te participeren met het Europese project Cherish. Het lesprogramma wat wij afgelopen voorjaar ontwikkelden voor leerlingen van het VMBO in Goes heeft namelijk de interesse gewekt bij de stakeholders van Cherish: wellicht kan een lessencyclus als deze ook in Europees verband uitgewerkt, en in een later stadium in de deelnemende landen toegepast worden. Heel veel meer is er momenteel nog niet bekend, maar wij zijn in ieder geval gevraagd om een bijdrage te gaan leveren. Ook hiervoor geldt: wordt vervolgd!!


En ondertussen..? Ondertussen genieten we van de zomertijd, en haken en breien wij gewoon lekker verder aan nieuwe patronen!


Fijne zomer nog!!

vrijdag 1 maart 2019

Pieternella: over namen & vernoemen


Generaties lang was het traditie om kinderen te vernoemen naar hun grootouders en overige familieleden, zoals ooms en tantes. Niet alleen in Zeeland vinden we dit terug, ook in de overige delen van Nederland golden er op dat gebied vaste ‘regels’. Het was heel simpel: je noemde je baby volgens een vaste volgorde naar beider ouders en naaste familieleden. Dit systeem had wel een voordeel; er hoefde ieder geval niet eindeloos gedubd te worden over een favoriete jongens- of meisjesnaam.

Tijdens onze zoektocht naar verhalen over de vrouwen, waarvan we breiwerk in Het Beddengoed hebben opgenomen, komen we het fenomeen van ‘vernoemen’ bijna altijd tegen. Om beter inzicht te krijgen in de levensverhalen proberen we altijd een stukje van de stamboom uit te pluizen. Dit doen we via de website Zeeuwen Gezocht. Het zal jullie niet verbazen dat er binnen families steeds min of meer dezelfde namen rouleren. De regels van het vernoemen maakte het leven indertijd misschien wel simpeler, maar van enige verrassingen is zelden sprake. Als je bovendien bedenkt dat de meeste mensen met dorpsgenoten trouwden kun je al snel de conclusie trekken dat er een in één dorp heel veel dezelfde voor- en achternamen voorkwamen.

Foto familie de Korte uit Meliskerke en Nieuwe Pekela: 
vader Kees, moeder Adriana en hun negen dochters.

Het vernoemen verliep in grote delen van Zeeland volgens een vast patroon (uitzonderingen natuurlijk daargelaten):

De 1e zoon kreeg de voornaam van de grootvader van vaders kant, gevolgd door de voornaam van de grootvader van moeders kant.
De 2e zoon kreeg de voornaam van de grootvader van moeders kant, gevolgd door de voornaam van de grootvader van vaders kant.
De 1e dochter kreeg de voornaam van de grootmoeder van moeders kant, gevolgd door de voornaam van de grootmoeder van vaders kant.
De 2e dochter kreeg de voornaam van de grootmoeder van vaders kant, gevolgd door de voornaam van de grootmoeder van moeders kant.

De daarop volgende kinderen werden volgens hetzelfde systeem vernoemd naar de broers en zusters van beide ouders. Dit uiteráárd afhankelijk van de hoeveelheid zonen en dochters binnen een gezin.


Er was één uitzondering: de namen van overleden kinderen, of boers of zussen van de ouders kregen voorrang. Als er een kindje was overleden (en daar kregen de meeste gezinnen indertijd mee te maken) dan kreeg het eerstvolgende kind van hetzelfde geslacht dezelfde namen als het kindje dat was overleden. Iets, dat wij ons nu heel moeilijk kunnen voorstellen, maar het was lang een ongeschreven wet.


Doordat er volgens vaste regel vernoemd werd liepen er binnen dorpen veel mensen met dezelfde namen rond. Dit maakte het dorpsleven er niet altijd eenvoudiger op, en onze zoektochten vandaag de dag ook niet. Als er bijvoorbeeld vier vrouwen waren met de de naam Elisabeth Provoost (allemaal vernoemd naar dezelfde grootmoeder, en allemaal voor het gemak Bette Provoost genoemd, want niemand gebruikte zijn gehele voornaam) dan ontstonden er in het dagelijks leven al snel bijnamen. 


Bijnamen worden niet of nauwelijks uitgesproken in het bijzijn van degene over wie het gaat. Dat is vaak niet voor niets, want bijnamen belichten vaak de wat minder flatteuze kanten van iemand. Wat ook gebeurde is dat mensen werden genoemd naar hun respectievelijke moeder, grootmoeder of overgrootmoeder. Je was dan bijvoorbeeld: Bette van Joane van Koosje Klitte. Of Piet van Keesje van Boordje Fret. En.. bijnamen vind je natuurlijk ook niet terug in officiële akten, wat ons speurwerk er ook niet altijd makkelijk op maakt.

Jongensnamen
Meisjesnamen
1. Jan
1. Johanna
2. Cornelis
2. Emma
3. Sem
3. Anna
4. Lucas
4. Eva
5. Finn
5. Sophie
6. Johannes
6. Fenna
7. Levi
7. Maria
8. Milan
8. Adriana
9. Marinus
9. Liv
10. Noah
10. Evi

Kijken we naar de namen top 10 in Zeeland van vorig jaar dan zien we dat van alle traditionele Zeeuwse meisjesnamen Johanna, Anna, Maria en Adriana nog steeds terug te vinden zijn. Bij de jongens wordt er ook nog steeds vernoemd: ook Jan, Cornelis, Johannes en Marinus staan in de top 10 van Zeeland.


Zoals jullie misschien weten komen Anja, Jeanet en Stefanie alle drie van het eiland Walcheren. Het breiwerk wat we in ons bezit hebben, krijgen en mogen lenen, komt dan ook bijna altijd van vrouwen uit onze directe omgeving. En dan zorgen die veelvuldig en vaak voorkomende voornamen best wel eens voor een vrolijke noot!

Een van de eerste avonddoekjes die Anja uitpluist en namaakt noemt ze Pieternella. Naar zowel de grootmoeder van Jeanet als de oma van Stefanie. In 2018 lijkt de naam Pieternella langzaam uit te sterven. Bij veel oude meisjesnamen kun je met een beetje fantasie nog wel een aardige moderne variant bedenken, maar bij Pieternella wordt dat wat lastig. Vroeger werden bijna alle Pieternella’s in het dagelijks leven ‘Pietje’ genoemd. Met die naam voor een meisje hoef je vandaag de dag écht niet meer aan te komen!

Avonddoekje PIETERNELLA

Als wij op een dag een leuk avonddoekje in onze handen krijgen informeren we naar de voornaam van de desbetreffende draagster: Pieternella. Oké, dat is niet handig, want die hebben we al. We besluiten daarom om de tweede voornaam te gebruiken voor het patroon. Maar, er komt nog meer breiwerk op ons pad. En jullie raden het vast al: ook dít breiwerk is van verschillende Pieternella’s geweest. Als er nú nieuw breiwerk op ons pad komt gaan we al bij voorbaat lachen: géén Pieternella.. alsjeblieft!!

Vandaag presenteren we onze 'nieuwste' Pieternella: Omslagdoek Pieternella


Omslagdoek Pieternella is een vergrootte variant van Avonddoekje Pieternella.


Het was best een uitdaging om het kleine avonddoekje om te toveren tot een schitterende royale omslagdoek, maar met hulp van Riet Andreas en Ans Baart is het weer gelukt!


Omslagdoek Pieternella is gebreid van mooi zacht garen van Lang Yarn op naalden 5.5. Deze Pieternella is een heerlijke lichte omslagdoek die uitermate geschikt is voor de deze tijd van het jaar!

Koop je de wol bij Jeanet in Arnemuiden? Dan krijg je het patroon van Omslagdoek Pieternella of Avonddoekje Pieternella er gratis bij.

Wil je alleen de losse patronen aanschaffen? Dat kan HIER VOOR DE OMSLAGDOEK en HIER VOOR HET AVONDDOEKJE!

maandag 18 februari 2019

Kunst en kitsch moment

Wie het programma wel eens bekijkt kent het moment: de laatste persoon in de uitzending van 'Tussen kunst en kitsch' die aan dé tafel komt met de presentator en een deskundige. En wát is het stuk wat ter tafel wordt gebracht dan uiteindelijk waard...

Zo'n moment hadden wij bij de Theevisite bij Tante Zoet. Zoals jullie hebben kunnen lezen op het blog van Jeanet en in de post hieronder was het gezellig druk en hebben wij (en jullie hopelijk ook) een heleboel inspiratie opgedaan.


In de loop van de morgen komt dit avonddoekje van de schoonmoeder van Christien Zuidweg (van Zuid-Beveland) op tafel. Het heeft een vorm die we nog niet gezien hebben en sluit met twee knoopjes aan de hals. Door die vorm valt het doekje mooi rond de schouders.










Christien heeft al verschillende keren geprobeerd het doekje na te breien, maar de 'verborgen' meerderingen blijken steeds het struikelblok.
Anja bekijkt het doekje en ziet er wel brood in om te proberen het patroon te reconstrueren. Er wordt afgesproken dat Tante Zoet in de loop van dit jaar het doekje een poosje mag lenen om een patroon te fabrieken. Tot zo ver.

Ongeveer een uur later komt mevrouw De Dreu (van Walcheren) met haar zoon de theevisite bezoeken. Omdat het achterin het atelier wat rustiger is maken we daar een praatje. Mevrouw vertelt dat ze coupeuse is geweest en voor haar moeder en al de zussen van haar moeder de kleding maakte. Alle dames waren in dracht en ook avonddoekjes werden door mevrouw De Dreu gebreid en gehaakt.
Eentje heeft ze er meegenomen. Ze doet haar tas open......en wat komt daar tevoorschijn.....(tromgeroffel).... precies eenzelfde avonddoekje als van de schoonmoeder van Christien.


Iedereen die aanwezig is ziet dit gebeuren, een soort van lichtflits, mensen met kippenvel op hun armen, openvallende monden...moeten we nog verdergaan?
Ook Christien is verrast, misschien kunnen we bijna zeggen verbijsterd. Er gebeurt namelijk nog meer: mevrouw De Dreu heeft niet alleen precies hetzelfde avonddoekje, maar óók het patroon van dat avonddoekje.
Het patroon is afkomstig uit een Libelle van begin jaren 1950. Herkent u het, het 'Tussen kunst en kitsch-moment'?


Voor ons is dit de bevestiging van wat we al langer 'roepen', avonddoekjes volgden de mode van dat moment. Nog leuker is dat we dat nu ook kunnen bewijzen. Mevrouw De Dreu vertelt nog meer, maar dát houden we nog even 'geheim'.

Nu we een patroon 'in handen hebben' willen we daar natuurlijk graag wat mee doen. Het originele patroon is geschreven volgens de handwerk-regels van dat moment. We weten zeker dat het voor de huidige generatie handwerksters veel vragen zal oproepen.
Daarom zijn we in gesprek met Libelle. Hier heb je namelijk te maken met auteursrechten. We mogen (en willen) die natuurlijk niet schenden.

'Werk in uitvoering' zullen we maar zeggen.