De zomervakantie is voorbij en we nemen het onderzoek naar het patroon van het gehaakte werkmutsje uit Zeeuws-Vlaanderen weer op. Claudia, de dame van het archief van uitgeverij Misset weet ons gelukkig meer te vertellen over de patronen die indertijd in het blad Boerderij hebben gestaan.
In de jaren tachtig van de vorige eeuw zat met regelmaat een speciale ‘katern voor de vrouw’ bij het weekblad voor boeren. Beter gezegd dus een katern voor de boerin. In deze katern was een serie patronen opgenomen van gehaakte mutsjes uit geheel Nederland. Voor boerinnen in die tijd - volgens de uitgever - een interessant onderwerp. Kijk, nu weten we meer, dát raadsel is in ieder geval opgelost!
Helaas vindt Claudia geen (digitale) exemplaren van deze katernen
meer terug. Met de pensionering van de dames van het archief zijn indertijd blijkbaar ook
de tijdschriften en katernen uit die periode in de prullenbak verdwenen. Zij vindt wel een ander haakpatroon (uit één van de overige katernen) dat ze ons
mailt: een patroon van een mutsje uit Overijssel. Ook daar zijn we blij mee. We
zijn er al langer van overtuigd dat de Zeeuwse haakmutsen helemaal niet zo
Zeeuws zijn als we dachten, en dit patroon bewijst inderdaad dat er ook in de
rest van ons land dergelijke mutsen werden gehaakt en gedragen.
Maar, hoe nu verder.. er moet toch érgens iets zijn opgeslagen? We kunnen nog twee opties bedenken. De eerste is snel gedaan: een oproepje in de rubriek ‘Lezers helpen lezers’ van de regionale krant.
Er komt één reactie op van Marianne, die verwijst naar Het Koninklijk
Archief in Den Haag. Laat dat Koninklijk Archief nou net onze tweede optie
zijn... Maar, hoe Roos, de dame van dat archief, haar zoektermen ook op alle
archieven los laat, ook zij krijgt géén ‘match’. Ze vindt het weekblad Boerderij
terug tot 1975, en dan weer vanaf 2000. Precies de jaren dat de katern
uitgegeven werd zijn ze niet opgeslagen. Omdat wij onze hoop toch écht op dit
archief hadden gevestigd is dat een forse tegenvaller.
Wat kunnen we nog meer bedenken? We besluiten het dichter bij huis te houden, en gaan contact opnemen met het Zeeuws Archief, de Zeeuwse Bibliotheek en een aantal Zeeuwse musea. Wellicht hebben zij deze specifieke katern ergens in hun archieven opgeslagen omdat het een item uit Zeeland betreft. Helaas. Ook hier vangen we bot. We blijven echter optimistisch. Ergens zal toch íemand die katern ooit een keer bewaard hebben?
Dan het patroon zelf. De kopie die we van Jenny Rosendaal kregen is een uitgeschreven patroon van tweeënhalve bladzijde lang. Wat dit patroon extra bijzonder maakt is dat er in beschreven wordt hoe je de voorrand van noppen haakt. Tot nu toe hebben alle mutsjes die we in handen hadden een rand of met kroezels, of met noppen. Hoe je kroezels haakt stond in het patroon van Cootje Goekoop beschreven. Extra leuk dus dat de noppen in dit patroon staan!
Jenny Rosendaal mailt ons ook een aantal foto’s. Niet alleen de
foto van het mutsje van het patroon, maar ook van andere gehaakte
mutsjes uit de Cadzandse dracht. Deze mutsjes worden daar overigens geen
haakmutsen genoemd, maar werkmutsjes. Die naam dekt in dit geval perfect de
lading.
Met het bestuderen van de foto’s valt ons op hoeveel deze
werkmutsjes lijken op de haakmutsjes uit het noorden van Zeeland en
Goeree-Overflakkee. De opbouw ziet er precies hetzelfde uit, de rabatten komen
overeen en ook de randen die langs het gezicht lopen zijn op dezelfde manier
gehaakt. Er is echter één duidelijk verschil: bij de werkmutsjes uit Cadzand
ontbreken de linters, de lange sierstroken aan de voorkant.
Wordt vervolgd.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten