Generaties lang was
het traditie om kinderen te vernoemen naar hun grootouders en
overige familieleden, zoals ooms en tantes. Niet alleen in Zeeland vinden we dit
terug, ook in de overige delen van Nederland golden er op dat gebied vaste
‘regels’. Het was heel simpel: je noemde je baby volgens een vaste volgorde
naar beider ouders en naaste familieleden. Dit systeem had wel een voordeel; er
hoefde ieder geval niet eindeloos gedubd te worden over een favoriete jongens-
of meisjesnaam.
Tijdens onze zoektocht naar verhalen over de vrouwen,
waarvan we breiwerk in Het Beddengoed hebben opgenomen, komen we het fenomeen
van ‘vernoemen’ bijna altijd tegen. Om beter inzicht te krijgen in de levensverhalen proberen we altijd een stukje van
de stamboom uit te pluizen. Dit doen we via de website Zeeuwen Gezocht. Het
zal jullie niet verbazen dat er binnen families steeds min of meer dezelfde
namen rouleren. De regels van het vernoemen maakte het leven indertijd misschien
wel simpeler, maar van enige verrassingen is zelden sprake. Als je bovendien
bedenkt dat de meeste mensen met dorpsgenoten trouwden kun je al snel de
conclusie trekken dat er een in één dorp heel veel dezelfde voor- en achternamen voorkwamen.
Foto familie de Korte uit Meliskerke en Nieuwe Pekela:
vader Kees, moeder Adriana en hun negen dochters.
Het vernoemen verliep in grote delen van Zeeland volgens een
vast patroon (uitzonderingen natuurlijk daargelaten):
De 1e zoon
kreeg de voornaam van de grootvader van vaders kant, gevolgd door de voornaam
van de grootvader van moeders kant.
De 2e zoon
kreeg de voornaam van de grootvader van moeders kant, gevolgd door de voornaam
van de grootvader van vaders kant.
De 1e
dochter kreeg de voornaam van de grootmoeder van moeders kant, gevolgd door de
voornaam van de grootmoeder van vaders kant.
De 2e
dochter kreeg de voornaam van de grootmoeder van vaders kant, gevolgd door de
voornaam van de grootmoeder van moeders kant.
De daarop volgende kinderen werden volgens hetzelfde systeem vernoemd naar de broers
en zusters van beide ouders. Dit uiteráárd afhankelijk van de
hoeveelheid zonen en dochters binnen een gezin.

Er was één uitzondering: de namen van overleden kinderen, of
boers of zussen van de ouders kregen voorrang. Als er een kindje was overleden
(en daar kregen de meeste gezinnen indertijd mee te maken) dan kreeg het
eerstvolgende kind van hetzelfde geslacht dezelfde namen als het kindje dat was
overleden. Iets, dat wij ons nu heel moeilijk kunnen voorstellen, maar het was lang
een ongeschreven wet.
Doordat er volgens vaste regel vernoemd werd liepen er
binnen dorpen veel mensen met dezelfde namen rond. Dit maakte het dorpsleven er
niet altijd eenvoudiger op, en onze zoektochten vandaag de dag ook niet. Als
er bijvoorbeeld vier vrouwen waren met de de naam Elisabeth Provoost (allemaal vernoemd
naar dezelfde grootmoeder, en allemaal voor het gemak Bette Provoost genoemd,
want niemand gebruikte zijn gehele voornaam) dan ontstonden er in het dagelijks
leven al snel bijnamen.

Bijnamen worden niet of nauwelijks uitgesproken in het
bijzijn van degene over wie het gaat. Dat is vaak niet voor niets, want bijnamen belichten vaak de wat minder flatteuze kanten van iemand. Wat ook
gebeurde is dat mensen werden genoemd naar hun respectievelijke moeder,
grootmoeder of overgrootmoeder. Je was dan bijvoorbeeld: Bette van Joane van
Koosje Klitte. Of Piet van Keesje van Boordje Fret. En.. bijnamen vind je
natuurlijk ook niet terug in officiële akten, wat ons speurwerk er ook niet
altijd makkelijk op maakt.
Jongensnamen
|
Meisjesnamen
|
1. Jan
|
1. Johanna
|
2. Cornelis
|
2. Emma
|
3. Sem
|
3. Anna
|
4. Lucas
|
4. Eva
|
5. Finn
|
5. Sophie
|
6. Johannes
|
6. Fenna
|
7. Levi
|
7. Maria
|
8. Milan
|
8. Adriana
|
9. Marinus
|
9. Liv
|
10. Noah
|
10. Evi
|
Kijken we naar de namen top 10 in Zeeland van vorig jaar dan zien we dat van alle traditionele Zeeuwse meisjesnamen Johanna, Anna, Maria en Adriana nog steeds terug te vinden zijn. Bij de jongens wordt er ook nog steeds vernoemd: ook Jan, Cornelis, Johannes en Marinus staan in de top 10 van Zeeland.
Zoals jullie misschien weten komen Anja, Jeanet en Stefanie
alle drie van het eiland Walcheren. Het breiwerk wat we in ons bezit hebben,
krijgen en mogen lenen, komt dan ook bijna altijd van vrouwen uit onze directe
omgeving. En dan zorgen die veelvuldig en vaak voorkomende voornamen best wel
eens voor een vrolijke noot!
Een van de eerste avonddoekjes die Anja uitpluist en namaakt noemt ze Pieternella. Naar zowel de grootmoeder van Jeanet als de oma van Stefanie. In 2018 lijkt de naam Pieternella langzaam uit te sterven. Bij veel oude meisjesnamen kun je met een beetje fantasie nog wel een aardige moderne variant bedenken, maar bij Pieternella wordt dat wat lastig. Vroeger werden bijna alle Pieternella’s in het dagelijks leven ‘Pietje’ genoemd. Met die naam voor een meisje hoef je vandaag de dag écht niet meer aan te komen!
Avonddoekje PIETERNELLA
Als wij op een dag een leuk avonddoekje in onze handen
krijgen informeren we naar de voornaam van de desbetreffende draagster:
Pieternella. Oké, dat is niet handig, want die hebben we al. We
besluiten daarom om de tweede voornaam te gebruiken voor het patroon. Maar, er
komt nog meer breiwerk op ons pad. En jullie raden het vast al: ook dít
breiwerk is van verschillende Pieternella’s geweest. Als er nú nieuw breiwerk
op ons pad komt gaan we al bij voorbaat lachen: géén Pieternella..
alsjeblieft!!
Vandaag presenteren we onze 'nieuwste' Pieternella: Omslagdoek Pieternella!
Omslagdoek Pieternella is een vergrootte variant van
Avonddoekje Pieternella.
Het was best een uitdaging om het kleine avonddoekje om te
toveren tot een schitterende royale omslagdoek, maar met hulp van Riet Andreas
en Ans Baart is het weer gelukt!
Omslagdoek Pieternella is gebreid van mooi zacht garen van
Lang Yarn op naalden 5.5. Deze Pieternella is een heerlijke lichte omslagdoek
die uitermate geschikt is voor de deze tijd van het jaar!
Koop je de wol bij
Jeanet in Arnemuiden? Dan krijg je het patroon van Omslagdoek Pieternella of Avonddoekje Pieternella er gratis bij.